Vandaag viert de grondwet van Rusland zijn 25ste verjaardag. Onder die grondwet heeft de Russische president meer macht dan de laatste tsaar had, en ongeveer evenveel als de president van Frankrijk.
Honderd jaar
We vierden de honderdste verjaardag van Letland. In de Letse ambassade, naast metro Kunst-Wet, zongen we dit lied – oké, misschien iets minder toonvast. Het gaat over de zon die opkomt en een Baltische schikgodin. Weinig geweten maar ook vandaag nog bijzonder relevant: Estland, Letland en Litouwen werden onafhankelijk na de Eerste Wereldoorlog, toen het Russische tsarenrijk eindigde.
Lang duurde dat feestje niet. Na de ondertekening van het Molotov-Von Ribbentroppact rolden Sovjettroepen in 1939 de Baltische staten binnen. Een kleine twee jaar later verbrak Nazi-Duitsland het pact, rukte oostwaarts op en nam op zijn beurt het Balticum in. In 1944 sloeg Moskou terug: de Sovjets marcheerden door tot Berlijn. Estland, Letland en Litouwen werden ingelijfd als republieken binnen de Sovjet-Unie. Pas toen die uiteenviel in 1991, herwonnen ze hun onafhankelijkheid.
Dus eigenlijk waren de Baltische landen 2,5 keer langer deel van de Sovjet-Unie dan ze eerst onafhankelijk waren. Het is vooral dat dat in West-Europa is blijven hangen: hoewel België de inlijving van het Balticum na de Tweede Wereldoorlog nooit officieel erkend heeft, moeten mijn Letse en Litouwse vrienden hier keer op keer horen – “oh, maar da’s toch Rusland?” (of de andere variant: “De Baltische landen, ha ja, waar al die oorlogen waren toen Joegoslavië opsplitste.”) Estland, Letland en Litouwen duiden hun Sovjetperiode consequent aan als ‘de Russische bezetting’. Rusland van zijn kant noemt zichzelf ‘de bevrijder van het Balticum’, de held die er de nazi’s buitenschopte.
Het Molotov-Von Ribbentroppact was een groot geheim in de Sovjet-Unie. Pas onder Gorbatsjov, in de glasnostjaren, bracht een Estse krant de protocollen aan het licht. Maar vraag een Rus vandaag naar die deal en hij hoort het in Keulen donderen. Het Kremlin vergeet gemakshalve wat voor 1941 gebeurde en vindt het hoogst ondankbaar dat de Baltische staten in de jaren 90 eieren voor hun geld kozen en zo snel mogelijk lid werden van de Europese Unie en de NAVO.
Koffie. Riga
“Het spijt me echt heel erg, we kunnen je geen koffie schenken omdat het water op is. Het enige wat we je kunnen aanbieden, is water.” In Riga is het altijd fijn. Vienmēr esmu laimīgs Rīgā.
Te voet
Na omzwervingen van duizenden kilometers wandelde ik Rusland uit en de EU weer in, via deze brug. De grens loopt door het midden van de rivier. Aan de ene kant heb je Ivangorod, een onooglijk Russisch stadje met een fort, een mooie maar vervallen 19de-eeuwse wijk en een massa apotheken. Aan de andere kant, die op de foto, ligt Narva, de derde stad van Estland. De witte toren in de vesting op deze oever werd een paar eeuw later gebouwd, om binnen te kunnen kijken bij de Russen.
Een fascinerende plek, Narva: een bloedige geschiedenis, vervallen loopgraven waar je door kunt klauteren, enorme leegstaande fabrieken, een ziekenhuis dat nog gebouwd werd onder de laatste tsaar, Nikolaj Romanov. Hier en daar zitten er kogelgaten uit de Tweede Wereldoorlog in de buitenmuren. Het universiteitsgebouw, een afdeling van de universiteit van Tartu, is een pareltje van slimme hedendaagse architectuur – daar weet Estland wel weg mee, zie ook de hoofdstad Tallinn. Door oorlog na oorlog na oorlog blijft van het historische centrum weinig over, uit de tijd dat de Zweden hier regeerden kun je nog net drie of vier gebouwen vinden. Verder: een zwaarbewaakte NAVO/Schengengrens en een Leninbeeld dat weggehaald werd van het centrale plein en nu in een hoekje van het fortmuseum staat, naast de vuilniscontainers.
De gemiddelde Est heeft weinig op met Narva, omdat 95 procent van de inwoners etnisch Rus is / Russischtalig is / geen Ests paspoort heeft / alle bovenstaande opties. Daarom verwaarloosde de nieuwe overheid de stad nogal in onafhankelijk Estland. Ook daarom werd Tallinn bang voor een Donbasscenario na 2015. Nu wordt er zwaar cultureel geïnvesteerd in de stad, de Estse overheid wil tonen dat ze “ook om Narva geeft”.
De verboden berenmuts
Ik ben in Biysk – laatste stop met internet voor het hooggebergte van de Altai. Dit is een van de vijf Lenins daar, met de typische Russische berenmuts aan, de oesjanka (je kent ‘m wel, met van die grote gevoerde oorflappen, hier omhooggebonden).
Dit standbeeld is nogal uniek: er zijn er zo maar twee in de hele ex-Sovjet-Unie. Er was een wet die stelde dat de Grootste Kameraad enkel blootshoofds afgebeeld mocht worden, of ook nog met zo’n arbeiderspet aan. Maar Siberië heeft nu eenmaal altijd al een anarchistisch kantje gehad.
Mijn foto. Meer op Instagram: @jolieshvili.
Biysk is ook op andere vlakken een bijzondere plek. Hier begint de Tsjoejskiy Trakt, de snelweg die door de bergen naar Mongolië loopt. Het stadje werd nog gesticht onder Peter De Grote – hoewel zelfs inwoners van Barnaoel, de jongere hoofdstad van de regio, dat vaak niet weten. Net als in Sint-Petersburg zit hier een koperen tsaar op zijn paard. Maar dan wel als een dief in de donkere Siberische nacht, onverlicht en helemaal groen verkleurd.
Nieuwe vrienden nemen me mee naar de paar aristocratische stadspaleizen uit die tijd. Je zou ze zo kunnen terugvinden op de oevers van de Neva, alleen brokkelen hier de gevels af, zie je stukken van de hoge plafonds met rozetten op de vloeren liggen, zijn de ooit machtige portieken dichtgespijkerd met goedkoop hout. Waarom doet niemand hier iets aan? “Ofwel is zo’n gebouw van een of andere vage privé-eigenaar, en de stad kan die niet verplichten te renoveren”, halen ze de schouders op. “Ofwel is het wel van de overheid, maar die heeft geen geld. Het hele budget van de regio gaat naar Barnaoel.”
Het is begin september, door de ramen zonder glas waait de eerste sneeuw zacht als poeder de restanten van de 18de eeuw binnen.
Potlood
In het Russisch is ‘potlood’ ‘karandasj’. Nu dacht ik al jarenlang dat ze dat woord bij de Zwitserse potlodenfabrikant Caran d’Ach gehaald hadden, zoals wij een balpen ook wel ‘bic’ noemen, naar het Franse merk.
Maar! Het is omgekeerd: de Zwitser haalde de naam van zijn bedrijf bij een Frans-Russische cartoonist, die met dit pseudoniem zijn werk ondertekende. En het woord kwam in het Russisch terecht via het Tataars: ‘kara’ betekent ‘zwart’ en ‘tasj’ ‘steen’. V cool.
(c) Echo Moskvy
Elf tijdzones
Rusland telt elf tijdzones, maar die lopen niet mooi logisch parallel – Samara en Oeljanovsk, op dezelfde lengtegraad als Kazan, kozen er na een referendum voor om een uur op te schuiven. Kazan blijft vasthouden aan de Moskoutijd. Gevolg is dat het in Ekaterinburg, ongeveer even ver van hier als Moskou, plots twee uur later is. En dat mijn dagen tegenwoordig om 3u30 beginnen, want gordijnen zijn voor pantoffeldiertjes.
Het lid van het lid
Er is een relletje aan de gang over een lid van de Doema, het Russische parlement, dat zijn handen niet kan afhouden van de vrouwelijke journalisten die er dienst hebben. De naam van de kerel? Slutsky. For real.
Update: Het relletje is intussen een stevige rel. Meer en meer Russische media kondigen een boycot van de Doema af. Nooit eerder gezien. #Metoo heeft Moskou dan toch gehaald.
Televisietoren
In Vilnius met oude vrienden en een nieuwe beer. We bezochten de televisietoren, die zo’n belangrijke rol speelde in de onafhankelijkheid van Litouwen van de Sovjet-Unie in 1990. Ik was bijna even opgewonden als de beer.
Vergane glorie. Daugavpils
Het fort van Daugavpils is een ding apart. De bouw begon in 1810, toen tsaar Aleksander I zich – met reden – bedreigd voelde door de capriolen van Napoleon. Helaas, af geraakte het pas 68 jaar later, wat het meteen tot het laatste fort van zijn soort gebouwd in Europa maakt. De vesting deed dienst als basis voor het leger van Letland, tijdens zijn korte onafhankelijkheid tussen de wereldoorlogen in. Daarna gebruikten de nazi’s het als krijgsgevangenenkamp (de Tataarse dichter-soldaat Musa Dzjalil, beter gekend als die kerel met zijn ketenen aan de ingang van het kremlin van Kazan, kwam hier om het leven). Na de oorlog, toen Letland ingelijfd werd bij de Sovjet-Unie, huisden hier onder andere een opleidingsinstituut voor militaire piloten en een ziekenhuis.
Vandaag is het complex vooral de thuis van vergane glorie. De Letse overheid zette het te koop in 2008, zonder succes. Sinds dan zijn er hier en daar halfslachtige pogingen tot renovatie geweest. Maar het mooist zijn nog altijd de verwaarloosde panden, met hun afbladderende façades in die typisch Baltische okerkleur, de ramen weg of dichtgetimmerd – en kleurige streetart, vandaag al even typisch voor de Baltische landen.
In een van de gebouwen die wel helemaal blinkend als nieuw staan te wezen, zit een verrassend hip museum met moderne en hedendaagse kunst. Inclusief een paar originele Rothko’s: hij werd hier geboren en is het altijd een beetje blijven missen. Cadeautje aan de stad van zijn kinderen.