Nachttrein

Nachttrein Moskou-Kiev. Een man die terugkeert naar Moldavië om zijn broer te begraven. Een Sovjettante die verklaart dat ze háár broer op zijn bek gaat slaan wanneer ze hem binnen veertien uur terugziet, “die vuile nazi”. De conducteur die vier jaar lang appels geplukt heeft in Sint-Truiden. Nog een man, die helemaal zit te glunderen over onze internationale coupé – “net zoals toen ik in de DDR diende!”

Meisjes, nee, jullie moeten niet op die bovenste slaapplanken kruipen, hier, jullie krijgen onze plaatsen, knikken de mannen naar de tante en mij. Dat doen ze in Europa niet he, zo hun plek afstaan aan vrouwen, voegt de tweede er nog aan toe. Vervolgens komen ze er wel gewoon bijzitten hierbeneden. En verschijnt er drie liter zelfgestookte wijn op tafel.

We arriveren aan de grens ergens tussen 3 en 4 uur ’s nachts. De ex-DDR-gediende stapte uit in het laatste stadje voor de grens, Brjansk. De Moldaviër moest van wagon veranderen, toen hij zijn ticket last minute kocht was er geen vrije plek meer voor het hele traject. Eerst bonken er aan Russische kant laarzen door de smalle gang langs de coupés: “Documenten!” Met vijf bestuderen ze mijn voetbalvisum, dat binnen een paar uur samen met het jaar aan een eind komt. De Sovjettante krijgt een knikje. De trein knarst. Drie kwartier later wordt de coupédeur weer opengegooid – een Oekraïense grenswacht in militaire outfit schijnt een zaklamp in mijn slaperige ogen: “Ooit op de Krim geweest?” De vingerafdrukken van de Sovjettante worden genomen.

We drinken het laatste restje wijn en draaien ons weer om op onze slaapbanken. Straks moet oudjaar nog gevierd worden.

Eind december. Moskou

In de winkel zei de mevrouw van de handcrème – Nee, die moet je niet nemen, die is pas voor wanneer het echt koud wordt. Elke buitenlander die een match van de Wereldbeker deze zomer bezocht, mocht van president Poetin de rest van het jaar zonder visumellende Rusland in- en uitreizen. In juni zag ik de Rode Duivels Tunesië verpletteren in het stadion van Spartak Moskou, nu zijn het de laatste dagen dat ik van mijn voetbalvisum kan genieten.

49345111_10156520715232702_4739776593327554560_n

Te voet

Na omzwervingen van duizenden kilometers wandelde ik Rusland uit en de EU weer in, via deze brug. De grens loopt door het midden van de rivier. Aan de ene kant heb je Ivangorod, een onooglijk Russisch stadje met een fort, een mooie maar vervallen 19de-eeuwse wijk en een massa apotheken. Aan de andere kant, die op de foto, ligt Narva, de derde stad van Estland. De witte toren in de vesting op deze oever werd een paar eeuw later gebouwd, om binnen te kunnen kijken bij de Russen.

42405812_10156299977937702_7056482712999165952_n

Een fascinerende plek, Narva: een bloedige geschiedenis, vervallen loopgraven waar je door kunt klauteren, enorme leegstaande fabrieken, een ziekenhuis dat nog gebouwd werd onder de laatste tsaar, Nikolaj Romanov. Hier en daar zitten er kogelgaten uit de Tweede Wereldoorlog in de buitenmuren. Het universiteitsgebouw, een afdeling van de universiteit van Tartu, is een pareltje van slimme hedendaagse architectuur – daar weet Estland wel weg mee, zie ook de hoofdstad Tallinn. Door oorlog na oorlog na oorlog blijft van het historische centrum weinig over, uit de tijd dat de Zweden hier regeerden kun je nog net drie of vier gebouwen vinden. Verder: een zwaarbewaakte NAVO/Schengengrens en een Leninbeeld dat weggehaald werd van het centrale plein en nu in een hoekje van het fortmuseum staat, naast de vuilniscontainers.

De gemiddelde Est heeft weinig op met Narva, omdat 95 procent van de inwoners etnisch Rus is / Russischtalig is / geen Ests paspoort heeft / alle bovenstaande opties. Daarom verwaarloosde de nieuwe overheid de stad nogal in onafhankelijk Estland. Ook daarom werd Tallinn bang voor een Donbasscenario na 2015. Nu wordt er zwaar cultureel geïnvesteerd in de stad, de Estse overheid wil tonen dat ze “ook om Narva geeft”.

De verboden berenmuts

Ik ben in Biysk – laatste stop met internet voor het hooggebergte van de Altai. Dit is een van de vijf Lenins daar, met de typische Russische berenmuts aan, de oesjanka (je kent ‘m wel, met van die grote gevoerde oorflappen, hier omhooggebonden).

Dit standbeeld is nogal uniek: er zijn er zo maar twee in de hele ex-Sovjet-Unie. Er was een wet die stelde dat de Grootste Kameraad enkel blootshoofds afgebeeld mocht worden, of ook nog met zo’n arbeiderspet aan. Maar Siberië heeft nu eenmaal altijd al een anarchistisch kantje gehad.

biisk

Mijn foto. Meer op Instagram: @jolieshvili.

Biysk is ook op andere vlakken een bijzondere plek. Hier begint de Tsjoejskiy Trakt, de snelweg die door de bergen naar Mongolië loopt. Het stadje werd nog gesticht onder Peter De Grote – hoewel zelfs inwoners van Barnaoel, de jongere hoofdstad van de regio, dat vaak niet weten. Net als in Sint-Petersburg zit hier een koperen tsaar op zijn paard. Maar dan wel als een dief in de donkere Siberische nacht, onverlicht en helemaal groen verkleurd.

Nieuwe vrienden nemen me mee naar de paar aristocratische stadspaleizen uit die tijd. Je zou ze zo kunnen terugvinden op de oevers van de Neva, alleen brokkelen hier de gevels af, zie je stukken van de hoge plafonds met rozetten op de vloeren liggen, zijn de ooit machtige portieken dichtgespijkerd met goedkoop hout. Waarom doet niemand hier iets aan? “Ofwel is zo’n gebouw van een of andere vage privé-eigenaar, en de stad kan die niet verplichten te renoveren”, halen ze de schouders op. “Ofwel is het wel van de overheid, maar die heeft geen geld. Het hele budget van de regio gaat naar Barnaoel.”

Het is begin september, door de ramen zonder glas waait de eerste sneeuw zacht als poeder de restanten van de 18de eeuw binnen.

Elf tijdzones

kazan 2

Rusland telt elf tijdzones, maar die lopen niet mooi logisch parallel – Samara en Oeljanovsk, op dezelfde lengtegraad als Kazan, kozen er na een referendum voor om een uur op te schuiven. Kazan blijft vasthouden aan de Moskoutijd. Gevolg is dat het in Ekaterinburg, ongeveer even ver van hier als Moskou, plots twee uur later is. En dat mijn dagen tegenwoordig om 3u30 beginnen, want gordijnen zijn voor pantoffeldiertjes.

Poseurs

Sint-Petersburg. Hoofdstad van de Romanovs en van het water, van de cafés en de kunstenaars, van alle Russen die nu vrij hebben. Tot 7 januari, wanneer de orthodoxe kerst gevierd wordt, heeft het hele land vakantie, en die willen ze allemaal hier doorbrengen lijkt het.

Nadeel: ik geraak geen enkel museum binnen, zelfs aan dat voor hedendaagse kunst staat een rij tot ver buiten de deuren. Voordeel: het is de allerbeste plek om de Rus in zijn meest natuurlijke onnatuurlijke houding te observeren – poserend voor een foto.

IMG_20180104_151451585

IMG_20180105_131407382_HDR_2

IMG_20180104_154458676

Mijn foto’s. Meer op Instagram: @jolieshvili.

Route set go

Vandaag nemen mijn kater en ik het vliegtuig naar Sint-Petersburg. Van daaruit de bus naar Veliky Novgorod en Pskov, de twee steden die in de middeleeuwen als republieken golden. Vervolgens de EU-grens over naar Daugavpils, Letland en Vilnius, Litouwen. En dan doorsteken naar Wit-Rusland, vandaag iets minder een gigantisch zwart gat op de kaart dan twintig jaar geleden. Daar gaan we op zoek naar wolven en lynxen en de zin der dingen.

Het grote oog

Twee maanden, drie steden en twaalf rijen later is het zover – ik heb als Belgische in Rusland met succes een Wit-Russisch visum verkregen. Bij deze een onironische shout-out naar het consulaat van Wit-Rusland in Moskou: de vriendelijkste & meest efficiënte ambtenaren met wie ik ooit te maken kreeg.

Nu nog de laatste schakel, een route uitdokteren. Want buitenlanders mogen de grens tussen Wit- en gewoon Rusland niet over. Niet dat iemand je gaat tegenhouden – het probleem is net dat er geen grenscontrole is, de twee landen vormen een douane-unie, (Wit-)Russen kunnen vrij bewegen tussen beide. Maar als derdelander betekent het dat je het ene land illegaal uitreist en het andere illegaal binnenkomt.

Dat is voor januari, eerst een paar dagen naar huis voor kerst. Op weg naar de luchthaven schoot ik een wijs plaatje: een helikopter die landde op het Bolotnyi-eiland in het centrum van Moskou, op een paar honderd meter van het Kremlin.

Vorig jaar vertelde een journalist van Kommersant, Ruslands grootste kwaliteitskrant, me dat Vladimir Poetin tegenwoordig geen auto’s meer gebruikt om zich in de stad te verplaatsen, enkel nog helikopters. Elke keer ik er nu zo een zie, vraag ik me af of hij het is – die onzichtbare aanwezigheid die hier overal is en alles weet, als een kruising tussen het Grote Oog van Tolkiens Sauron en een mystieke orthodoxe heilige, groot voorhoofd en onaards aureool.

25659793_10155629784837702_2730069334236963866_n

Mijn foto. Meer op Instagram: @jolieshvili.