Hij is 77 jaar oud, de waardige Japanse heer die ik ontmoet in de bar van een museum aan het Koningsplein. Hij werd geboren, groeide op, ging naar de universiteit, vond een baan bij een bedrijf in zijn geboortestad waar hij tot zijn pensioen bleef werken, trouwde, kreeg drie dochters. En toch heeft Takaaki Morikawa nooit echte rust gekend. Want toen hij zes was, dropten de VS de atoombom op zijn thuisstad Hiroshima.
“Het raam verbrijzelde door de knal, ik zie nog voor me hoe het glas in de rijstpap spatte die mijn moeder klaarmaakte als ontbijt. Sindsdien is het alsof ik een tijdbom in mijn lichaam draag: elke zes maand moet ik naar het ziekenhuis op controle.”
De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki doodden onmiddellijk minstens 139.000 mensen. Het Japans heeft een specifiek woord voor overlevers, zij zijn de ‘hibakusha’. Nog steeds sterven er van hen 10.000 per jaar aan de gevolgen van de radioactieve straling.
Na tientallen jaren stilstand op het vlak van nucleaire ontwapening, ligt er vandaag een VN-resolutie op tafel die een wereldwijd juridisch bindend kernwapenverbod mogelijk maakt. Daarom reist Morikawa nu de wereld rond om te getuigen: als hibakusha weet hij als geen ander wat voor vernietigend effect nucleaire wapens op een mensenleven hebben, zelfs als je blijft leven. Zijn volledige verhaal vind je op MO*.